Tagarchief: zelf

Waar is de god van de dertiger?

Voor veel dertigers die opgroeiden in de christelijke traditie van hun ouders, speelt het geloof een andere rol of helemaal geen rol meer. Ze zoeken andere goden, een kerk die bij hen past of steken er gewoonweg geen energie in.

Existentiële vragen komen rond het dertigste jaar ineens allemaal tegelijk opzetten.

Door Nynke Sietsma

Jonge hoogopgeleide mensen stoppen niet alleen hun hoofden vol met dubben en piekeren over de vele keuzes in hun leven, maar worstelen net zo hard met vragen over authenticiteit, geluk en zin. Existentiële vragen dus. Dat zegt psycholoog en loopbaanadviseur Nienke Wijnants (38) in haar recent verschenen boek ‘Wie ben ik, wat wil ik’, over de dertiger van nu. De dertiger weet zich geen raad met die vragen, zegt zij. Die doolt. Het institutionele geloof waarmee de meesten zijn opgegroeid, is vaak geen optie meer voor deze jongvolwassenen. Van alle generaties is die van de dertigers het minst vertegenwoordigd in de kerk.

Geeske Hovingh (34), cultureel antropoloog en voorganger in de Amsterdamse Studenten-ekklesia herkent het beeld van die dolende dertiger. Zelf was ze er ook één, en ja, ook zij had af en toe last van het zogeheten dertigersdilemma, waarop Nienke Wijnants promoveerde. “Existentiële vragen komen rond het dertigste jaar ineens allemaal tegelijk opzetten. Vragen over het juiste werk, wel of geen kinderen, wie ben ik eigenlijk, en o ja, moeten we een huis kopen of huren en waar dan? Ergens tussen al die grootse keuzes fladdert er soms een zingevingsvraagstuk voorbij”, merkt Hovingh om zich heen. “Die zoektocht eindigt vaak niet expliciet bij God.”

De reden daarvan, is volgens Hovingh, ‘heel banaal’, een totaal gebrek aan tijd. “We werken hard, hebben kinderen om voor te zorgen, we moeten sporten om er goed uit te zien, onze vriendschappen onderhouden, we moeten twitteren, facebooken, er is zoveel te doen. En op zondagochtend liggen we uitgeput in bed. In de lijst van al die dingen heeft een ochtend naar de kerk niet de eerste prioriteit, nee.”

Eigengereidheid
Maar dat is het niet alleen. Volgens Hovingh zijn dertigers ook allergisch voor het opgeheven vingertje, voor hokjes en doctrines. Tel daarbij op dat van alle generaties de dertiger van nu de minste affiniteit heeft met instituten en dan is de rekensom snel gemaakt: de kerk is uit, de dertiger zoekt zelf wel uit wat bij hem of haar past.

Die eigengereidheid brengt wel een moeilijkheid met zich mee. Want wat geef je door aan de volgende generatie als kaders wegvallen? Waar put je dan uit? Is het christelijk geloof, waarmee de meeste dertigers nog zijn opgevoed dan een optie?

Nee, zegt Evelyn Prinsen (37) gedecideerd. Spiritualiteit wel. Ze is ‘quarterlife’-expert en loopbaancoach in Amsterdam en schreef het boekje ‘Spiritualiteit werkt in de dertigersdip’. De tientallen twintigers en dertigers die aan haar bureau komen, dubben met existentiële kwesties als: wie ben ik, wat is het hogere doel van mijn leven, en hoe geef ik zin en betekenis aan mijn leven? Zij reppen in die zoektocht met geen woord over God, is Prinsens ervaring.

Het uitgangspunt is veel meer geworden dat god in jouzelf zit. Dat wij het allemaal zijn.

Dit is een deel van het artikel, lees hier het gehele artikel op Trouw.nl 

Tekst door Nynke Sietsma, publicatie afkomstig van Trouw.nl

Gelukkig heden en een toevallig nieuwjaar

Gelukkig heden en een toevallig nieuwjaar

door Thijs Sins

Normaal gesproken wens ik rond deze tijd iedereen een gelukkig nieuwjaar, maar dit jaar vraag ik me af wat daar toch de bedoeling van is. Hetzelfde geldt voor het maken van goede voornemens. Waar is deze traditie van wensen en goede voornemens eigenlijk op gebaseerd? En wat betekent het dan? Ik hink hierbij op twee gedachten. Enerzijds zou je zeggen dat hopen en wensen iets moois is. In onze Joods-Christelijke traditie is de hoop toch een deugd.

Anderzijds kun je je afvragen of het wel zo verstandig is om op betere tijden te hopen?
Het adagium van deze tijd is toch om in het ‘Nu’ te leven? Zo leert het boeddhisme ons dat onze verlangens juist de oorzaak zijn van het lijden. Indien je uitstaande verlangen geen waarheid wordt dan kun je namelijk wel eens gekwetst worden. En ook een filosoof als Sartre stelt dat we ‘zonder hoop moeten leren leven’.

hoopHoop is reëel

Waarom zouden we dus wel of niet moeten hopen? Het positieve kamp wordt onder meer vertegenwoordigd door de Duitse filosoof Ernst Bloch. Hij heeft hier zelfs een boek aan gewijd ‘Het principe van de hoop’. Volgens hem is hoop juist de drijfveer voor alles wat we doen. Ons hele leven staat in het teken van de hoop op een betere toekomst. Zodat we eigenlijk iedere dag beginnen met goede voornemens. Je neemt je voor iets te doen of te laten in de hoop dat het jouw leven ten goede komt. Op deze manier kun je volgens Bloch ook jezelf verwezenlijken door datgene wat je je voorneemt tot realiteit te maken. Je gedrevenheid komt dus voort uit de hoop die je hebt op een betere toekomst en de hoop dat het zal slagen.

Daarbij verbindt Bloch de hoop voor de toekomst ook met het hier en nu. Zelfs in een ideaal dat ver van ons af staat, ligt volgens hem een reële mogelijkheid besloten dat deze wordt verwezenlijkt. Een ideaal geeft een duidelijke richting aan en door deze uit te spreken vel je een oordeel over iets waar je al dan niet tevreden mee bent. Denk maar aan Martin Luther Kings uitspraak ‘I have a dream’.

Hoop als vlucht

Toch zien filosofen als Nietzsche, Sartre en Camus liever dat wij onze hoop laten varen. Voor hen is hopen een manier om ons bestaan te ontkennen. Nietzsche hakt daarbij graag met de botte bijl en stelt dat: “Hoop het kwaadste aller kwaden is, omdat zij de marteling verlengt.” Volgens deze heren vestigen we dus liever onze hoop op een religieus of utopisch ideaal, dan dat we de martelingen van ons bestaan onderkennen en accepteren. Het hopen op iets beters wordt bij deze filosofen gelijk gesteld aan een soort passiviteit waarmee het leven lijdzaam wordt ondergaan.

Zij pleiten liever voor een leven waarin de mens zelf de volledige verantwoordelijkheid draagt. Neem dus het roer in eigen hand en kies zelf je bestaan in plaats van je lot in handen te leggen van de hoop.

Je zult inmiddels begrijpen dat ik mij afvraag of ik er goed aan doe om iedereen een gelukkig nieuwjaar te wensen. Om dit jaar toch niet met lege handen te staan, zou ik een poging willen wagen om de tegenstelling tussen deze twee kampen te verenigen.

Hoop zonder vlucht

Er zijn wat mij betreft twee verschillende soorten hoop die verband houden met hoe je zelf in het leven staat. Je kunt namelijk gemakkelijk vluchten uit de realiteit door je hoop te vestigen op een illusie. Je hoopt op een ideaal dat ver weg staat van je huidige leven, een droom die waarschijnlijk nooit zal komen en eerder op een langdurige teleurstelling zal uitlopen. Dit wordt bedoelt met de ontkenning van je bestaan. Het probleem hiervan is dat je je levensgeluk ontleent aan de hoop op een ideaal, in plaats van gelukkig te kunnen zijn in het hier en nu.

De oplossing vergt een andere houding. Een waarin je de toestand waarin je nu verkeert leert accepteren. Een visie waarbij je de realiteit juist omarmt. Hoe hard of vervelend deze ook mag zijn. Je aanvaardt daarmee jouw lot en dat van de wereld met opgeheven hoofd, je neemt verantwoordelijkheid voor je leven en kiest voor jouw bestaan. Indien je vanuit deze levenshouding leeft, kun je volgens mij wel degelijk de hoop uitspreken op een betere wereld of een beter bestaan. De hoop wordt nu reëler omdat je die uitspreekt vanuit de onderkenning van het hier en nu.

Open houding

Naast het accepteren van je huidige leven lijkt er nog iets nodig te zijn om een wens dichterbij te brengen. Je dient je open te stellen voor nieuwe mogelijkheden die de door jouw uitgesproken hoop in zich dragen. Mogelijkheden of ervaringen die wellicht heel anders zijn dan dat je gewend bent maar desalniettemin overeenstemmen met jouw wens.
Dit werkt uiteraard alleen maar als je die nieuwe ervaringen of mogelijkheden ook kunt zien. De fixatie op één vastomlijnd ideaalbeeld en het ontkennen van je huidige situatie zorgt er voor dat je juist geen mogelijkheden meer ziet. Je ervaart alles dan slechts als een bevestiging van de vervelende positie waarin je denkt te verkeren. Het glas is dan halfleeg.

eindeloze mogelijkhedenWaaier aan mogelijkheden

Probeer dus met een open blik de toekomst tegemoet te treden. Indien we de werkelijkheid opvatten als een proces met voortdurend nieuwe mogelijkheden en niet vasthouden aan één dogmatische richting zonder alternatieven, dan opent zich een waaier van alternatieve mogelijkheden. Waarbij op elk gegeven moment een nieuwe mogelijkheid zich aandient om de hoop op een beter bestaan dichterbij te brengen.

Gewoontedieren als wij zijn, zal het niet eenvoudig zijn om jezelf te accepteren en zo’n open houding te ontwikkelen. Daarom wil ik je het komend jaar toewensen om te midden van je alledaagse routine juist de nieuwe mogelijkheden te zien. Ik hoop dat je open staat voor het toeval en het nieuwe dat iedere plotselinge ontmoeting met zich meebrengt. Om vanuit een gelukkig heden steeds die ervaring te kiezen waarin jouw wensen besloten liggen.

lantaarn wens

Dertigersdilemma

Het Dertigersdilemma

Het dertigersdilemma kan worden verklaard uit onze geschiedenis en de huidige staat van de maatschappij.

Door Thijs Sins

Filosoof Roman Kzrnaric verklaard in de onderstaande video alle problemen die samenhangen met dit thema. Hij gaat op zoek naar de redenen waarom wij werk zoeken dat voldoening geeft, maar daarnaast geeft hij ook advies hoe we daadwerkelijk daar kunnen komen. Het dertigersdilemma betekent voor velen een staat van verwarring, misschien zelfs een lichte crisis, over de beroepskeuze. Roman noemt onder meer de zogenaamde keuze paradox waarin wij ons bevinden, er is te veel keuze, daarom kunnen we nauwelijks kiezen. Een citaat van Zygmunt Bauman schiet mij te binnen:

“de vreugde van het kiezen wordt altijd ietwat getemperd door het vermoeden dat er vele andere keuzemogelijkheden waren die je links hebt laten liggen.”

Verder gaat hij in op de verschillende persoonlijkheidstesten, zoals de MBTI (Myers Briggs) test, die heden ten dage door vele loopbaanadviseurs wordt gebruikt en de gevaren daarvan. Het is namelijk een foto-opname van je leven op dat moment!

Kans

De tijd waarin wij nu leven en het daarmee gepaard gaande dertigersdilemma kun je ook zien als een enorme kans en een rijkdom. Je krijgt de kans om je leven opnieuw in te richten, precies zo dat jij je waarden en talenten kwijt kan in je werk. Hoe je dat vervolgens doet wordt ook nog aangeroerd in het verhaal. “Probeer te letten op die momenten dat je ‘flow’ ervaart in dat wat je doet. Die werkzaamheden geven je een goede richting voor het type werk dat je voldoening zal geven.

Een belangrijk punt dat Roman noemt zie ik zelf ook veel terug bij cliënten in mijn praktijk. Namelijk dat men veel te lang nadenkt over de beste mogelijke carrièreverandering, alvorens actief iets te ondernemen. Probeer het om te draaien, ga eerst iets ondernemen (vrijwilligerswerk, stage, meelopen, afspraken, bijbaan) en ervaar hoe het is om te experimenteren in dat werkveld. Bedenk pas daarna wat jou het beste is bevallen. Probeer je angst voor het zetten van nieuwe stappen te overwinnen, je krijgt spijt als je het niet doet.

 

Neem contact op met Tatkraft Filosofie voor een effectieve aanpak van het dertigersdilemma.

Het Lowlands gedachte-experiment

Het Lowlands gedachte-experiment

Lezing door Thijs gegeven op 13 april 2013 bij de discussiebijeenkomst Broedplaatsen en Waardecreatie.

Thijs Sins op TransVormers debat over waardecreatie en leegstand

Thijs Sins op TransVormers debat over waardecreatie en leegstand

Bij filosofie zullen jullie vast denken dat wij filosofen maar eindeloos nadenken over van alles en nog wat, een beetje uit het raam turen en … dat is ook zo. Maar vandaag zal ik jullie laten zien dat die gedachten ook tot hele goede inzichten kunnen leiden die ook in de dagelijkse praktijk voor iedereen verhelderend kunnen zijn. Neem nou dit mooie Volkskrantgebouw waar we ons nu in bevinden. Zoals jullie weten heeft dit lege gebouw zich in enkele jaren weten te vormen tot een bijzondere plek met een bijzondere status en een bijzondere waarde voor Amsterdam en haar Amsterdammers. Maar toch, eigenlijk is het ook maar gewoon een gebouw. Niets meer dan een stel muren met een dak erop en wat praktische liften erin. Zo zijn er zoveel, maar wat maakt dit gebouw nou zo bijzonder? Waarom vinden we het zo erg als dit gebouw jaren lang leeg zou staan? Waarom gaat het ons allemaal zo aan het hart en zijn we zo blij dat dit gebouw tegenwoordig zo goed gebruikt wordt? Door met jullie een klein gedachte-experiment te doen hoop ik onze onbewuste emoties voor dit gebouw vandaag voor jullie te verduidelijken.

Voor het gedachte-experiment wil ik jullie graag even meenemen naar het prachtige festival Lowlands. Helaas niet echt, want zoals gewoonlijk is het natuurlijk weer eens veel te vroeg lang en breed uitverkocht, maar toch. Stel je gewoon eens voor dat je straks in augustus één van die gelukkigen bent die met een sloeberig tentje en een winkelwagen vol knakworst en bier het campingterrein opploetert.

Het is donderdagochtend en je bent lekker vroeg. Na een helse reis ben je drie keer bijna out gegaan in veel te lange rijen, maar dan toch ligt daar eindelijk een prachtig weids open grasveld voor je waar iedereen waar hij maar wilt zijn tentje op mag gooien. Een ongerept campingparadijs, en op dat moment is het hele grasveld nog van iedereen. Elke uithoek, elke greppel, elke schaduw, iedereen heeft even veel recht op de ruimte. Iedereen is gelijk, want hier geldt alleen maar de simpele wet: “wie het eerst komt wie het eerst maalt”. De campingwereld ligt aan je voeten en dolgelukkig gooi je je tentje neer op die perfecte plek, niet te dicht bij de 24-uurstent maar ook weer niet te ver van de wc’s en de Hema-campingwinkel. Jij en je vrienden hebben met veel pijn en moeite het Lowlandscamping-utopia gevonden, maar dan gebeurt er opeens iets vreemds.

Terwijl jij je eerste biertje opentrekt, zie je dat een andere bezoeker bij jou in de buurt zijn tentje opzet en vervolgens vol overtuiging allemaal paaltjes in de grond begint te slaan. Hij knoopt er een ongelofelijke hoeveelheid slingers omheen en daarmee zet hij wel 50 vierkante meter van het campingterrein af. Natuurlijk, het gebeurt wel vaker dat mensen een plekje vrijhouden voor vrienden, maar deze gast pakt het wel heel serieus aan. Met bordjes verzoekt hij iedereen om dit plekje heel even vrij te houden, en vooruit. Lowlandsgasten zijn over het algemeen ook de kwaadste niet en voor deze ene keer laten ze hem zijn kansloze gangetje maar gaan. En zo gaat de eerste nacht voorbij terwijl er met de minuut meer campinggasten het terrein op strompelen.

De volgende ochtend staat de camping zoals gewoonlijk weer eens bommetje vol. Nergens is meer een plekje te bemachtigen en de hordes Lowlandsbezoekers blijven onverminderd toestromen. Elke vierkante meter wordt benut en de tentjes staan weer eens strak tegen elkaar aangespannen. Je kunt geen meter lopen zonder pijnlijk onderuit te gaan over een scheerlijn of de zijflap van een partytent, maar meneer met zijn afgezette stukje grond trekt zich hier helemaal niets van aan. Hij staat nog steeds in zijn eentje in zijn asociale eilandje van ruimte. Er wordt steeds meer aanspraak gemaakt op zijn stukje grond. De spanningen lopen op, en dan is het natuurlijk de vraag: wat zal er gebeuren?

Inderdaad. Rond vrijdagmiddag beginnen mensen steeds meer zijn richting op te kijken en te wijzen. Langzaam lopen de gemoederen op en hier en daar wordt er al voorzichtig een luchtbedje over zijn omheining gegooid. Een enkele dappere pionier weet zelfs zijn Quechua-tentje ondersteboven in een hoek van zijn omheining te mikken. Hoe meer mensen beginnen in te zien dat het eigenlijk volkomen belachelijk is dat hij zoveel ruimte voor zichzelf opeist, hoe meer mensen openlijk aanspraak willen maken op het stukje grond. Mensen pikken het niet langer en eisen toegang tot het stukje grond, dat gisteren rond deze tijd nog niets meer dan een onvertrapt stukje niemandsland was. En dan loopt het uit de hand.

Op het moment dat mensen zijn paaltjes uit de grond beginnen te rukken en een groot deel van zijn slingers in de fik aan het steken zijn wordt de man boos en blijkt hij zijn plek zelfs met geweld te willen verdedigen. Woest zwaait hij met zijn luchtbedpomp om zich heen om uit alle macht de invasie tegen te houden, maar tegen zoveel wanhopige Lowlandsgasten is hij gewoon niet opgewassen. Het loopt inderdaad uit op geweld, ten koste van de claimende man. De man komt in een hele nare en pijnlijke situatie terecht met een rondslingerende luchtpomp, veel paaltjes op ongewenste plekken en een lynchpartij die dankzij de vrolijke slingers toch net wat minder grof lijkt dan we doorgaans van lynchpartijtjes gewend zijn. Mensen pikken het gewoon niet lang als mensen tussen alle drukte ruimte claimen zonder er zichtbaar gebruik van te maken. Het duurt misschien even, maar vroeg of laat zul je toch echt met lege handen en grof geweld van het campingterrein afgeschopt worden.

Ik heb dit gedachte experiment ontleend aan Jean-Jacques Rousseau die 250 jaar geleden al verkondigde dat de aarde van niemand is en de vruchten van de aarde van iedereen. Dat de mens verloren zou zijn op het moment dat iemand de eerste paal in de grond sloeg en uitriep;  ‘Dit is van mij!’.

Rousseau legt uit dat ongelijkheid tussen mensen ontstaat door onder meer eigendomsclaims op land. Het gaat daarbij om het verlies van zelfvoorzienendheid. Men wordt in de meer geciviliseerde omgeving steeds afhankelijker van anderen in zijn levensonderhoud, afhankelijker van mensen die wel grond bezitten. Deze afhankelijkheid is een vorm van onvrijheid die een oorspronkelijke mens in de natuurstaat niet kent. Denk aan de nobele wilden van Afrika en Noord Amerika uit zijn tijd.

Maar goed, we kunnen niet terug in de tijd en de vooruitgang ongedaan maken. We moeten vooruit. John Locke is een filosoof die hiervoor een oplossing heeft en juist het eigendom en bezit verdedigt. Hij doet dit in de 17e eeuw om Engeland te beschermen tegen de willekeurige toe-eigening die de monarchie zichzelf toestond.

Locke ontleende uit de oorspronkelijke natuurstaat de natuurlijke rechten van ieder persoon:
behoudt van leven, vrijheid, gezondheid en goederen. Deze rechten werden ontleend aan het zelfbehoud van de mens, men heeft ze nodig om te kunnen overleven.

Het eigendomsrecht op land wat hieruit voortvloeit ontstaat volgens Locke door de natuur of de grond te bewerken. Daarbij wordt het begrensd doordat ieder ander zelfde recht heeft om door bewerking een stuk grond toe te eigenen.

Hij stelt echter wel de conditie bij dit eigendomsrecht dat men het stuk grond ook moet bewerken en  productief moet laten zijn. Daarnaast stelt hij de condities dat men genoeg en net zo goed over dient te laten voor een ander en dat men niet meer neemt dan hij/zij kan gebruiken (niets verspillen).

Goed, wat is hier nu allemaal aan de hand? Waarom vertel ik jullie hier over een hypothetische camping-aso en een festival dat zelfs nog moet beginnen? Waarom betrek ik Rousseaus vertoog over de ongelijkheid hierin en de voorwaarden die Locke stelt aan het eigendom? Jullie voelen hem waarschijnlijk al aankomen, want in onze Amsterdamse stad, met 7,8 miljoen vierkante meter aan leegstaande kantoorruimte, is deze hoogst absurde situatie aan de orde van de dag….

Auteurs: Rein Onlein en Thijs Sins

Wat wil ik nou echt?

De cursus Riding the Wild Horse gaat over de vraag: Wat wil ik nou echt?

Bestsellerauteur Peter Bieri, alias Pascal Mercier, van “De nachttrein naar Lissabon”, geeft aan dat het antwoord ligt in het volgen van je dromen.

Dat is makkelijk gezegd, maar welke droom dan?

Om die vraag te beantwoorden is zelfinzicht nodig. “Hoe beter je jezelf kent, hoe beter je weet welke mogelijkheden je niet hebt benut,” aldus Bieri.

Wie ben ik en wat wil ik nu echt? gaat precies daar over. Het vergroten van je zelfkennis door middel van oefeningen en filosofische reflectie.

Hieronder volgt het artikel over Bieri uit Filosofie Magazine, door Anne Havik

Pascal Mercier: ‘Geef om je dromen’

Bestsellerauteur Peter Bieri, alias Pascal Mercier, over het leven dat je ook had kunnen leiden

‘Vraag jezelf af wie je bent, wat je wilt, of dit het leven is dat je had willen leiden of dat er delen in jou zijn die je tot nu toe niet geleefd hebt.’ Peter Bieri, filosoof en schrijver van bestsellers als Nachttrein naar Lissabon, over zelfkennis en vrijheid. ‘Wat is vrijheid?’ vraagt Peter Bieri op zijn hotelkamer in Amsterdam, terwijl rugpijn hem voortdurend dwingt om in een andere houding te gaan zitten. Zijn we in het leven altijd vrij om radicale beslissingen te nemen, bijvoorbeeld om ineens onze banen en geliefden achter ons te laten? We fantaseren er allemaal weleens over – maar is het vervolgens een teken van onvrijheid, of zelfs lafheid, als we het niet daadwerkelijk doen?

‘Dat laatste vindt in ieder geval de Franse filosoof Jean-Paul Sartre’, zegt Bieri, hoogleraar filosofie aan de Freie Universität van Berlijn. Bij het grote publiek is de Duitse filosoof bekender door zijn bestsellers als Nachttrein naar Lissabon en, recenter, Lea. Bieri is het niet eens met Sartre. ‘Het verleden bepaalt altijd voor een deel wat we doen en hoe we handelen. Het is niet laf of een teken van onvrijheid om dat verleden te laten meewegen in de beslissing of we iets doen of laten.’ Dat standpunt lijkt merkwaardig. Want juist Nachttrein naar Lissabon handelt over een man, Raimund Gregorius, die plotseling in het holst van de nacht de trein neemt naar Portugal en zijn baan achter zich laat. Maar volgens Bieri moet je dat niet zien als een radicale breuk: ‘Natuurlijk zijn er mensen die in hun leven opeens een andere koers kiezen.

Maar hoe radicaal is die koerswijziging? Kun je zomaar kiezen wat je wilt? Bedenk wel: niet iedereen zou die nachttrein nemen. Gregorius neemt hem omdat er een kracht in hem wakker wordt geroepen na het lezen van een boek van een Portugese schrijver. Maar die is niet volkomen nieuw – hij was er altijd al, alleen kende hij die kant van zichzelf nog niet. Ik denk dat we verrast kunnen worden door wat we in onszelf ontdekken, maar dat is nog niet hetzelfde als een compleet nieuw persoon worden. We worden hooguit méér wie we al waren. Het boek van de schrijver dat Gregorius in handen krijgt, appelleert aan wie hij in potentie al was.’ Volgens Bieri is vrijheid dan ook gekoppeld aan zelfinzicht, en niet aan radicale vernieuwing. In zijn filosofische werk Het handwerk van de vrijheid. Over de ontdekking van de eigen wil zet hij deze gedachte uitvoerig uiteen. ‘Hoe beter je jezelf kent, hoe beter je weet welke mogelijkheden je niet hebt benut. Omgekeerd geldt dat je jezelf mogelijkheden ontzegt als je niet naar jezelf kijkt. Omdat je dat niet wilt, bijvoorbeeld. Of omdat je dat door emotionele blokkades niet kunt.’

Lea, zijn nieuwste boek, laat zien hoe vernietigend dat kan zijn. De achtjarige Lea vindt na de dood van haar moeder troost in de muziek. Haar vader koopt een viool voor haar en ze blijkt een bijzonder muzikaal talent te hebben. Maar genialiteit laat geen ruimte voor het individu. Ze vlucht in haar vioolspel, en leeft na verloop van tijd alleen nog maar voor concerten. Haar andere mogelijkheden ziet ze niet meer. Ze heeft alleen nog belangstelling voor mensen uit de muziekwereld, vervreemdt van haar vader en uiteindelijk ook van zichzelf. Ze heeft haar vrijheid verspeeld en wordt krankzinnig. Haar vader – die alle contact met zijn dochter kwijtraakt – vervalt eveneens tot waanzin en begaat een misdaad. Op zijn beurt was hij zo geobsedeerd door zijn dochter dat hij zonder haar niets meer voorstelt.

Dagboek
Hoe leer je nu jezelf kennen, inclusief onvermoede kanten, om zo je vrijheid te vergroten? Voor Bieri gebeurt dat door te schrijven. ‘Als ik schrijf, geef ik mijn persoonlijke antwoord op vragen die ieder mens bezighouden. Over tijd en vergankelijkheid, of intimiteit. Taal helpt mij om mijn gedachten te ordenen. Daarbij werkt het voor mij als psychoanalyse – het helpt me om achter eigenschappen van mezelf te komen waarvan ik nooit wist dat ik ze had. Veel mensen houden om die reden bijvoorbeeld een dagboek bij; je analyseert jezelf, en als je dat kritisch doet, durf je ook vragen te stellen waarmee je jezelf echt op de proef stelt. Maar je kunt ook in een goed gesprek met anderen tot meer zelfkennis komen. Het gaat erom dat je een manier vindt om je emoties en herinneringen aan de oppervlakte te laten komen. Dan kun je ze interpreteren of bestrijden, en dat levert je innerlijke vrijheid op. Zo verruim je je blik op jezelf.’

De personages in zijn boeken maken – net als de schrijver zelf terwijl hij ze laat ontstaan – stuk voor stuk een ontwikkelingsproces door. Ze strijden, volgens Bieri, om hun vrijheid. De nachttrein, die overigens ook in het boek Lea voorkomt, zou je kunnen zien als een metafoor voor de ontdekking van die eigen vrijheid. Bieri: ‘Lea kijkt vol verbazing naar nachttreinen en hun slaapwagons. Het lijkt haar tovenarij dat er treinen met bedden bestaan waarin je zomaar gaat liggen om ergens anders wakker te worden. Geen wonder, want haar leven draait volkomen om haar viool, dus zij kan zich niet voorstellen dat ze zomaar een trein naar elders zou nemen. Voor Gregorius is die trein daarentegen bittere noodzaak, om zichzelf beter te leren kennen. Daarvoor is het nooit te laat – ook niet op je vijftigste of zestigste. Iedereen kan, op ieder moment, zijn leven en de structuren waarin hij misschien gevangenzit ter discussie stellen. Ik denk zelfs dat het veel eenvoudiger is als je je realiseert dat je hiertoe “als persoon” niet volledig hoeft te veranderen. Het gaat er immers eerder om onvermoede kanten van jezelf naar boven te halen. Bekommer je om je dagdromen en wensen, die je altijd al had. Zo vergroot je je innerlijke territorium. Vraag je af wie je bent, wat je wilt, of dit het leven is dat je had willen leiden of dat er delen in jou zijn die je tot nu toe niet geleefd hebt. Zodra je antwoorden hebt gevonden op die vragen, kun je besluiten om het roer om te gooien en de situatie waarin je leeft te veranderen. Je moet het gesprek met jezelf aangaan en bereid zijn om naar je eigen antwoorden te luisteren.’

Letterlijk breken met je oude leven, zoals Gregorius, is iets wat alleen de meest moedigen onder ons doen. Niet iedereen die erachter komt dat hij zijn leven misschien niet helemaal leeft zoals hij zich dat ooit had voorgesteld, is bereid om letterlijk weg te gaan. ‘Dat hoeft ook niet’, zegt Bieri. ‘Je kunt de nachttrein ook nemen zonder dat je in een trein stapt. Als je erachter komt dat je andere delen van jezelf ook wilt leven, en je gevangen voelt in een bepaalde situatie, moet je iets veranderen. Dat hoeft niet heel veel te zijn. Meestal hoef je niet met een situatie te breken; het volstaat om jezelf gedeeltelijk te veranderen. Namelijk de manier waarop je tegen een situatie aankijkt. Je kunt een ander perspectief innemen. Bijvoorbeeld opnieuw kijken naar de stad waarin je leeft, of je werk of je partner. Daarmee zijn zij nog steeds dezelfde stad of baan of partner, maar de “nachttrein nemen” betekent hier dat je opnieuw en zonder vooroordelen leert kijken naar een situatie die vanzelfsprekend lijkt. Met verwondering, door de ogen van een kind. Dan zie je ook de andere mogelijkheden die de situatie biedt. De weg die je met je partner bent ingeslagen, hoeft bijvoorbeeld niet definitief te zijn. Natuurlijk, je hebt te maken met de praktijk, en met een ander die niet volledig flexibel is, zoals je dat ook zelf niet bent. Maar dan nog zijn er zoveel onvermoede kanten en talenten, die je vaak over het hoofd ziet omdat je volkomen gefixeerd bent op die ene weg of dat ene doel.’

Het besef dat vrijheid en kennis van jezelf in directe relatie tot elkaar staan, is volgens Bieri van alle tijden. Mensen hebben altijd al gevoeld dat de emoties en de structuren die ze hebben aangeleerd niet het laatste woord hoeven te zijn over wie we zijn. Daarom hebben ze altijd al gereisd, gingen ze het klooster in, en probeerden ze te begrijpen wie ze zelf waren. ‘Die vraag zien we al terug in de Griekse tragedies, bij Socrates en ook bij Augustinus. We hebben altijd al begrepen dat kennis van onszelf ons meer mogelijkheden in het leven gaf. Zelfs toen de goden daarin nog een grote rol speelden. En die mogelijkheden geven ons leven zin. Meer dan al het andere.’

Toch erkent Bieri ook dat er veel situaties te bedenken zijn die zo moeilijk of traumatisch zijn dat ze een individu nauwelijks meer in de gelegenheid stellen om die vrijheid te voelen. Hoe ga je om met de dood van een kind, bijvoorbeeld? Of met vervreemding van mensen van wie je houdt als je in een situatie bent beland die voor beiden ondraaglijk is geworden? Bieri: ‘Hoe groot de vrijheid die je als mens ervaart ook is, er kan altijd iets kapotgaan zonder dat je het in de hand hebt. Het leven is fragiel, en mensen ook. Er kan hun altijd iets ergs overkomen, of ze kunnen ziek worden, fysiek of mentaal, en zichzelf pijn doen. Daarom probeer ik vrijheid altijd te zien in relatie tot wie je bent en waar je staat. Ik wil waarheidsgetrouwe boeken schrijven die de menselijke fragiliteit niet uit de weg gaan. Ik wil over het leven schrijven en een dialoog met de lezer aangaan. Maar ik stel ook dat de lezer een dialoog met zichzelf aan kan gaan, en dat hij zijn eigen leven in een nieuw perspectief kan zien. Literatuur is in staat om hetzelfde met de menselijke tragedie te doen als een requiem met de dood. Ze helpt om een treurige gebeurtenis mooi te maken, waardoor we die kunnen integreren in ons leven. Schoonheid maakt het leven draaglijk en leert ons wie we zijn. Dat is de bevrijding die literatuur kan bieden.’

Peter Bieri is hoogleraar filosofie aan de Freie Universität van Berlijn. Hij werd vooral bekend met zijn bestseller Nachttrein naar Lissabon. Net als zijn meest recente roman Lea schreef hij dat boek onder het pseudoniem Pascal Mercier.

Ben je enthousiast over deze materie? Volg dan de cursus Wie ben ik en wat wil ik nu echt?

Korte film Svyato

Korte film Svyato

In deze IDFA film zie je een jongetje van 2 jaar zijn spiegelbeeld voor het eerst ontdekken. De achtergrond van dit filmexperiment is de psychoanalyse van oa Lacan. Het groeiende besef van een kind dat hij een afgescheiden geheel vormt van de buitenwereld. Wat zie jij in deze film gebeuren? Zou hier sprake kunnen zijn van de vorming van het Ik / Ego?